Heeft iemand wel eens tegen jou gezegd dat je van een mug een olifant maakt?

Of heb jij het wel eens tegen iemand gezegd?

 

Dit soort opmerkingen kunnen aanleiding zijn tot een behoorlijke ruzie, dus je moet een beetje uitkijken tegen wie je het zegt.

 

Laatst lag het op het puntje van mijn tong, maar ik kon me nog inhouden.

 

Ik had een cliënt waar ik een traject mee deed.

Hij kwam bij mij met klachten waar hij al vijf jaar last van had. Het ging hem behoorlijk belemmeren op allerlei vlakken. Hij kon al niet meer tennissen en hardlopen. Zijn kinderen moest hij vaak teleurstellen, want als hij een dag gewerkt had, was hij op en kon hij het niet meer opbrengen om even iets leuks met ze te doen.

 

En intieme momentjes met zijn vrouw?

Die waren spaarzaam, want ja, als het bij elke beweging in bed ‘auw, auw, auw’ is, is de lol er gauw vanaf.

 

Afijn, genoeg redenen om te gaan werken aan een gezonder lichaam.

En dat ging best goed, moet ik zeggen.

 

Gedurende het traject zag ik hem sterker en flexibeler worden.

Er was een duidelijke vooruitgang te zien in zijn houding, zijn looppatroon en zijn belastbaarheid. Zijn pijncijfer was in de loop van de tijd behoorlijk gedaald. Dat resultaat had hij met andere therapieën nog niet gehad.

 

Op een gegeven moment hadden we een afspraak om te evalueren. Ik had verwacht dat hij blij zou zijn met de behaalde resultaten tot dusver.

 

“Hoe gaat het met je?”, vroeg ik.

-“Mwah, gaat wel. Ik had gehoopt dat ik wel verder zou zijn nu, maar ik heb nog steeds zo’n last ’s ochtends als ik mijn bed uit moet.”

“Oh, vertel? Waar heb je dan zo’n last van?”

-“Nou, als ik uit bed stap en ik loop naar de badkamer dan zijn mijn enkels helemaal stijf. Ik loop dan als een oud mannetje. Het duurt echt wel even voordat ik opgestart ben en weer normaal kan lopen.”

“Dat is vervelend. Hoe lang duurt dat dan?”

-“De badkamer zit naast mijn slaapkamer. Als ik naar de W.C. ga dan loop ik moeilijk. Als ik dan geplast heb en terug loop naar de slaapkamer dan gaat het gelukkig beter. Verder heb ik geen pijn daarna hoor, maar dit is wel heel lastig.”

 

 

Hoe interessant is dit?

 

Zo zie je maar weer dat balans in ons lichaam zo iets normaals is, dat we het snel vergeten als pijn opgelost is.

Pijn kan heel heftig zijn, maar als het voorbij is, blijven we er over het algemeen niet in hangen. En dat is goed.

 

In dit geval waren de klachten van mijn cliënt zodanig verminderd, dat hij vergeten was dat hij er zo veel last van had. Het was geleidelijk minder geworden en was hij er aan gewend geraakt. Dus focuste hij zich op dat kleine dingetje wat hij nu nog had en maakte dat veel groter dan het was.

 

Ik heb hem maar niet gezegd dat hij van een mug een olifant maakte.

 

Ik pakte zijn gegevens er bij en liet hem zien dat hij in het begin een 8 gaf als pijnscore op een slechte dag. En waar hij toen met gestrekte benen niet eens met zijn handen bij zijn knieën kon komen, kon hij nu zijn tenen aanraken.

 

Meten is weten.

Al is het maar om te voorkomen dat je van een mug een olifant maakt.